|
|
Dit artikel is beschikbaar in: English Castellano Deutsch Francais Nederlands Portugues Russian Turkce Korean |
door Manuel Soriano <m_soriano(at)dapsys.ch> Over de auteur: Omdat ik een beleefd iemand ben, zal ik mij eerst even voorstellen. Mijn naam is Manuel Soriano, ik ben adviseur en mijn passie is Linux. Ik ben niet altijd een adviseur geweest, ik heb polytechniek gestudeerd in Genève, Zwitserland. In die tijd was er nog geen Linux, Bill Gates, Intel, etc... Eigenlijk namen de computers de complete vloeren in beslag, want wie 32K aan geheugen (RAM) had, (ja! 32K, de K van Kilo) was een rijk man. Vooral als dat ook nog eens gepaard ging met een 20MB harde schijf en met één of twee magnetische tapes. In deze eigenaardige omgeving kwamen we met zo'n 200 van ons bijeen, allen met onze programma's (FORTRAN) in ponskaarten, bij het punt die toegang gaf tot het computer centrum. De sfeer was hallucinant. Wanneer je toegang had tot de kaartenlezer was dat een magisch moment. Het leest de kaart en na 5 of 6 minuten wachten spuwde de printer zijn vonnis uit. Haast altijd was het vonnis SCHULDIG!. Dan was het tijd om het verkeerde statement aan te passen om dan vervolgens weer achteraan de rij te sluiten. Dit alles is om je alleen te laten weten dat ik geen 20 jaar meer ben en dat ik enkele jaren in deze business van bits en bytes zit, met of zonder pariteit. Vertaald naar het Nederlands door: Rano Kuhl <rano(at)linuxfocus.org> Inhoud: |
Kort:
Dit artikel omschrijft hoe Linux wordt toegepast in een verzorgingsomgeving.
In mijn professionele carrière zijn er twee belangrijke gebeurtenissen geweest. Een Z80 multi-processor machine (ja, je leest het goed) met UNIX (3.0) van ATT en zestien jaar later.... Linux.
Ik was bekend met grote en krachtige machines (Control Data Cyber) die een enorme hoeveelheid aan schijfruimte, geheugen en ontelbare gebruikers hadden, die doorgaans zaten te wachten op wat verwerkingstijd (CPU). Op een dag kwam iemand langs die mij een CROMEMCO liet zien (mijn eerste mirco). Verrassing! Het had een besturingssysteem met de naam: Unix, maar wat is dat?
Ik bewaarde het. Later raakte ik bekend met VMS, VM, AIX, PORTEUS, MS.DOS (en zijn opvolger), UNIX ATT 4.2, etc...
In mijn vrije tijd had ik een 386 waar ik UNIX ATT 4.2 met X11 (R3) en Motif(1.0) op draaide. In sommige tijdschriften zaten alweer advertenties van X11 versie 5, Motif 1.2.4 en een besturingssysteem (UNIX) dat 50 dollar koste. Ieder van jullie die werk ervaring heeft met SCO of iets anders, weet wat hun licentie kost. Ik investeerde 250 dollar voor het aanschaffen van dat OS en Motif. Het arriveerde na een maand. Het was een Yggrasyl met kernel 0.95. Eerst gaf ik het een harde schijf, later de hele computer en tenslotte mijn professionele leven. (en ik heb er geen spijt van gehad).
"Hey man, dit werkt!", "Geloof me!, X11R5 en MOTIF 1.2.4 blijven niet hangen, zelfs mijn RESET knop zit onder het stof doordat ik het niet gebruik". Dit vertelde ik aan een vriend uit Zwitserland toen hij mij opbelde in Spanje. Hij was bezig met het misbruiken van Solaris, X11R4 en Motif 1.1 voor PC's. Elke licentie koste hem niet minder dan 8.000 dollar en hij zocht naar iets wat meer "economisch" was. Ik noemde de naam Linux. Hij hing de telefoon net niet op uit pure vriendschap maar hij wenkte de indruk dat ik misschien "dronken" was. Niettemin kocht hij het.
Deze goede man heeft een bedrijf (DAPSYS SA.) dat zich bezig houdt met informatica in de gezondheidszorg. Zijn specialiteit was het opslaan en terugvinden van radiologische afbeeldingen voor beeldscherm apparaten, met X11 of Motif of Windows 95. Na het uitproberen van Linux (15 dagen) was hij er helemaal weg van. Hij zette zijn 2 AIX, 1 HP 800 en 1 DEC met Ultrix bij het vuilins. Tot op heden is hij een gelukkig mens met een "notebook" en Linux.
Dit bedrijf had al een onderneming in Zwitserland toen zich in Canada een zeer gunstige gelegenheid voordeed. Zonder bijna enige aankondiging verschenen er twee verkopers van een groot Amerikaans bedrijf. Ze waren niet gekomen om iets te verkopen, maar om "iets" te controleren wat "iemand" tegen hen zei op de RSNA in Chicago. De RSNA is een wereld evenement in de radiologie. Twee maanden later ging de directeur van DAPSYS naar Montreal en demonstreerde daar het produkt aan verschillende doctoren. Drie maanden later (504 jaar naar Colon), ben ik op weg naar Amerika om in dat continent de eerste installatie van Iris uit te voeren. Iris is een applicatie voor het archiveren en terugvinden van radiologische afbeeldingen.
De eerste installatie geeft duidelijk de robuustheid van het produkt weer, wat voor een groot gedeelte uit Linux bestaat, en dat we het probleem correct aankunnen.
Maar wat ons nu echt interesseerde is: de INSTALLATIE. Maar laat ik eerst het probleem uitleggen.
Radiologie is een specialiteit die erg duur is in materialen en foto aparatuur. Dit laatste kan, van elke radiologische afdeling, wel 15 tot 20 % van het jaarlijkse budget kosten. Om deze en andere redenen was het gewenst om het fotogebruik te vervangen voor een computerscherm.
Bovendien kan Iris ALLE radiologische gebeurtenissen per patiënt centraliseren. De familienaam en patiëntcode zijn opgenomen in elke afbeelding. Iris haalt deze informatie op door middel van OCR technieken. Het geven wordt dan gearchiveerd samen met de bestaande afbeeldingen van de patiënt (als die er is).
Iris bespaart niet alleen op foto uitgaven, maar ook op opslagruimte (ziekenhuizen moeten afbeeldingen voor jaren vastleggen voor al haar patiënten), afbeeldingen kunnen gelijktijdig worden gedeeld over verschillende afstanden (zelfs met een oceaan er tussen) en deze gegevens kunnen snel worden opgezocht.
In het Engelstalige gedeelte van Canada is de tendens voor het centraliseren van de gezondheidszorg verdeeld in fasen. Eerst op regionaal en dan op provinciaal niveau. Elke provincie heeft een bepaalde onafhankelijkheid en de provincie die ons had ingehuurd voor de eerste installatie had zeven regio's.
In deze regio's gaan we zes ziekenhuizen met elkaar verbinden over een WAN ATM van 100 en 10 Megabit. Linux heeft verder niets te maken met het netwerk, het draait, maar het geeft ons de mogelijkheid om de belangen te benadrukken van zijn taken.
Het hoofdkwartier van het gehele systeem is gevestigd in het St.John ziekenhuis. Het heeft twee archieven, de eerste heeft de volgende specificaties:
De tweede is identiek, maar met "slechts" 27Gb.
In een eerste fase zal het netwerk bestaan uit zes ziekenhuizen, waarna er in de volgende fase nog twee worden toegevoegd gedurende het project. In de eerste fase verbinden we het volgende:
Aan de backbone van het systeem zullen alle doctoren, radiologen of niet, verbinding maken en in staat zijn om hun patiënten naar staats ziekenhuizen te verwijzen.
In de gezondheidszorg heeft Linux twee sterke punten, de prijs en de vereiste hardware.
Voor dezelfde functionaliteit zijn de uiteindelijke kosten ongeveer 50 % of minder vergeleken met Sun, HP, IBM of DEC systemen. De functionaliteit van Linux doet niet onder voor de anderen.
Door besparingen van het gebruik van Linux kunnen ziekenhuizen meer systemen en hardware installeren om zo de diensten te bevorderen, wat in Canada nogal ongekend is. De ziekenhuizen zijn regionaal en zijn afhankelijk van regionale overheidsinstellingen. Het budget wordt gedeeltelijk gesubsidieerd door de regionale belastingbetaler. Het andere deel komt van de diensten die worden geleverd aan lokale vestigingen. Linux betekent meer en betere diensten door meer inkomen en minder kosten. Het betekent ook dat ziekenhuizen een beroep kunnen doen op kleinere klinieken, kunnen bezuiningen en kunnen blijven concurreren.
Over de robuustheid van Linux, ik had een server met een record uptime van 26 maanden.
Niemand maar dan ook niemand had enige bezwaar tegen ons om Linux te gebruiken voor de installatie. Wat zeker meetelt is de oplossing en dat deze oplossing WERKT. Dit concept is verre van het oude idee om het opzetten van een besturingssysteem (met een bekende naam) als oplossing en dan een programma dat deze oplossing aanscherpt.
Het feit is dat we geen commentaar of problemen tegen kwamen bij het installeren van Linux in verschillende ziekenhuizen. In tegendeel, ik heb gemerkt dat er respect is voor het woord Linux. Maar om een bepaalde reden wordt dit systeem meer ondersteund in de VS dan in Canada (dit lijkt op zich vreemd, omdat Canada in zekere zin veel lijkt op de VS).
Een radiologische afbeelding heeft normaal gesproken een grootte van 256x256x1 bij 8192x4096x2 en wordt 6 maanden bewaard. Dit neemt nogal veel schijfruimte in beslag. Hierna wordt de informatie van een patiënt doorgegeven aan een ander opslagmedium (niet verplaatsbaar). Op dit moment wordt de informatie opgeslagen op DAT tapes. In de toekomst zal dit waarschijnlijk veranderen in een magnetisch optische robots van 600Gb.
De topologie, voor elk ziekenhuis, is vrij simpel:
Voor de duidelijkheid, de radiologische apparatuur is niet aangesloten op het netwerk. De Linux servers hebben de taak om afbeeldingen op te halen, te archiveren en door te sturen naar de visualisatie stations.
Voor een patiënt kunnen diverse X-ray inspecties worden afgebeeld in verschillende modaliteiten. Een inspectie is een radiologisch onderzoek. Elk onderzoek heeft één of meerder X-ray shots of afbeeldingen. Een modaliteit is een apparaat wat in staat is om radiologische afbeeldingen te produceren door middel van X-rays, ultrasound NMR etc...
Wanneer een afbeelding is opgenomen arriveert deze direct op de server. Deze moet in staat zijn om de afbeelding te "lezen" om zo de gegevens van de patiënt eruit te halen en dit vervolgens doorsturen naar de visualisatie stations. De informatie wordt gearchiveerd samen met de gegevens van de andere patiënten.
Voordat een afbeelding kan worden gearchiveerd gaat het door een "schoonmaak" proces en compressie proces. We zijn nu in staat tot compressie verhoudingen van 60 % te realiseren. Dit kan hoger, maar dat zou ten koste gaan van de prestaties in het archiveer proces en het herstellen van de afbeeldingen.
Volgens een test duurt het gemiddeld 0,3 seconden om een afbeelding van 512x512x2 op een computerscherm te laten weergeven gedurende het hele proces. Ik spreek van gemiddelden, omdat het niet altijd om één afbeelding gaat. Dit gemiddelde kan worden verhoogd door, zowel de hardware als de methode voor het ophalen van gegevens te verbeteren.
St.John heeft 12 hallen die 1.000 afbeeldingen per dag produceren. Dit geeft ons een idee hoeveel de servers aan moeten kunnen. Tijdens de test periode van 6 hallen die afbeeldingen stuurden, ondervonden we een CPU verbruik van ongeveer 2%.
Dit is het makkelijke gedeelte. Er zijn 3 type cliënts:
De SGI krijgt de afbeeldingen die "bouncen" op de servers. Op deze manier hebben de radiologen de beschikking over de afbeeldingen van de dag. Deze stations zijn niet van ons en draaien niet op Linux en hebben ieder 2 beeldschermen van 20 inch.
De werkstations IRIS/Motif zijn hoofdzakelijk voor visualisatie met diagnostisch gebruik. Er kunnen zelfs vier beeldschermen op aan worden gesloten, maar voorlopig zijn het er maar twee.
Het doorzoeken van de database kan als volgt worden samengevat:
De IRIS/Windows 95 stations hebben dezelfde taak als de Motif stations. Afgezien van het feit dat zij normaal gesproken worden ge�nstalleerd op bestaand materiaal en zo dus alleen het diagnostisch werk goed ondersteunen en dus niet dit werk zelf verrichten.
Ter afsluiting kan ik kan alleen zeggen dat dit systeem veel meer ruimte biedt voor uitbreidingen dan elk ander besturingssysteem. Een besturingssysteem is alleen een ondersteuning en deze ondersteuning kan goed of slecht zijn. Het succes hangt af van een juiste combinatie van het systeem en de applicatie. Onlangs zei iemand in een tijdschrift dat de oplossing van een probleem stopte bij zijn favoriete besturingssysteem. Als goede professionals moeten we in staat zijn om mensen ervan de overtuigen dat WIJ beter weten wat wel en niet werkt dan ieder ander journalist.
Veel plezier met Linux...
Tot ziens
Manu
Site onderhouden door het LinuxFocus editors team
© Manuel Soriano, FDL LinuxFocus.org |
Vertaling info:
|
2002-12-02, generated by lfparser version 2.31